top of page
_DSC0202.JPG

Onze kleurrijke garderobes hebben een donkere schaduwkant

Zou je een rood jurkje kopen waardoor een rivier in Azië dezelfde kleur heeft gekregen voordat het in de winkel kwam te hangen? En zou je een jeans dragen waarin kankerverwekkende stoffen zijn verwerkt? Iedereen heeft gegarandeerd zo’n kledingstuk of meerdere in zijn kast hangen, ook jij en ik. 

Misschien bekijk je het aangehechte kaartje wel eens om te zien van wat voor materiaal die mooie trui in de winkel gemaakt is, maar informatie die daarop vaak ontbreekt is hoe het aan zijn prachtige kleur komt… In dit artikel lees je meer over de wereld achter de kleurrijke kleding. 

​

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt zo’n 20% van de industriële watervervuiling veroorzaakt door het verven van textiel. Het gaat dan bijvoorbeeld om bleekmiddelen, verschillende soorten schadelijke kleurstoffen en afwerkingsmiddelen die in het water terechtkomen. In landen waar de meeste kleding voor de westerse wereld wordt gemaakt zoals Bangladesh is regelgeving en controle betreft het dumpen van afvalwater zwak, daarom komen de schadelijke stoffen vaak direct in lokale rivieren en andere waterstromen terecht. Filters om dat te voorkomen bestaan en fabrieken hebben ze soms ook, toch worden ze niet altijd gebruikt, ze zijn duur om te laten opereren en dat betekent minder winst voor de fabrieken die al weinig betaald krijgen door de modegiganten van vandaag de dag. 

​

Voor het milieu en de vele mensen die rondom die rivieren wonen zijn de gevolgen groot. Het drinkwater van de lokale bevolking is vervuild en mensen hebben geen andere keuze dan het toch te drinken. Daarnaast komen mensen die in de fabrieken werken in contact met de schadelijke stoffen, niet alleen door hun armen in toxische verfbaden te steken, maar ook door de chemische stoffen in de lucht in te ademen wat slecht is voor hun gezondheid.

 

Niet alleen Aziatische landen zoals China en Indonesië kampen met extreem vervuilde rivieren als gevolg van kledingproductie voor de westerse wereld, Afrika zit inmiddels met hetzelfde probleem. 

 

Onlangs publiceerde Water Witness International (WWI) een rapport over de vervuilde rivieren in Lesotho in het zuiden van Afrika en in Tanzania. Volgens Reuters deed WWI hier onderzoek om aandacht te vestigen op de risico's die ontstaan nu wereldmerken steeds meer kleding inkopen bij aannemers in Afrika. 

​

In Lesotho vonden onderzoekers een rivier die zichtbaar vervuild was met blauwe kleurstof voor denim jeans. Ook stond in het rapport dat sommige stukken van de Msimbazi rivier in de buurt van een textielfabriek nabij Dar es Salaam, Tanzania, een pH-waarde hebben van 12. Dat betekent dat het water zeer basisch is. Volgens de normen voor de basiskwaliteit van grote rivieren mag de pH –waarde schommelen tussen 6,5 en 8,5. Plaatselijke gemeenschappen gebruiken de rivier onder andere om zich te wassen en voor irrigatie. 

​

We kunnen niet langer ontkennen dat er een link is tussen verf uit de modeindustrie en watervervuiling. Stichting Greenpeace startte in 2011 een ‘Detox’-campagne om aandacht te vestigen op dit probleem, ze riepen de textielindustrie op om trendsetter te worden en een standpunt in te nemen over de invloed die kledingproductie heeft op mens en milieu. Greenpeace zegt in deze campagne dat giftige chemicaliën uitbannen nog maar het begin is. Ook de VN besteedt aandacht aan vervuiling veroorzaakt door de modeindustrie.

​

Er werden niet altijd zoveel giftige stoffen gebruikt in de textielindustrie. Toen jeans net werden geïntroduceerd werden ze gemaakt in de Verenigde Staten, hier werden ze gekleurd met natuurlijke indigo afkomstig van planten die overigens ook in de VS werden geteeld. Wist je dat indigo een van de oudste kleurstoffen is die de mens gebruikt? Dit veranderde met de komst van goedkope en chemische kleurstoffen die dezelfde kleur kunnen nabootsen en zelfs een constanter resultaat geven, de natuurlijke indigo industrie was in 1914 daarom zo goed als verdwenen. Productie verhuisde later naar Azië omdat de VS en Europa strengere regelgeving kreeg omtrent chemicaliën en de jeans in grotere aantallen en sneller moesten worden gemaakt omdat ze steeds populairder werden.

Quote_edited.jpg
_DSC0221_edited.jpg

Kleurstoffen de wereld rond

Hoe wordt kleding geverfd (1).png

De Wereldbank identificeerde 72 giftige stoffen die uitsluitend worden gebruikt voor het verven van textiel. Sommige chemicaliën die fabrieken gebruiken om kleding te verven zijn verboden in de Europese Unie maar worden in China volop ingezet en dat is problematisch want vanaf hier kunnen ze de wereld rondreizen. Niet alle verfstoffen zijn even schadelijk maar er zitten stoffen tussen die niet afbreekbaar zijn in de natuur en ook niet achteraf te verwijderen zijn. 

 

Niet alle gebruikte chemicaliën en oplosmiddelen zijn gevaarlijk, hoewel de Wereldbank 72 giftige stoffen heeft geïdentificeerd die uitsluitend afkomstig zijn van het verven van textiel. Eenmaal in waterwegen hopen zij zich op tot een punt waar het licht niet meer tot het oppervlak kan doordringen, waardoor planten minder goed fotosynthese kunnen uitvoeren. Hierdoor daalt het zuurstofgehalte in het water, waardoor waterplanten en -dieren sterven.

 

Omdat niet alle kleurstoffen zich binden aan de textielvezels belandt een deel van de chemicaliën via afvalwater in het milieu. Het is jammer genoeg niet altijd te zien welke fabrieken nu onbehandeld afvalwater lozen omdat het water vaak via ondergrondse en gedeelde pijplijnen uitmondt in natuurwater.

 

In dat afvalwater zitten giftige stoffen, waaronder reactieve kleurstoffen, synthetische azokleurstoffen en andere gevaarlijke chemicaliën. Ze verstoren de milieubalans en het gekleurde afvalwater heeft een acuut toxisch effect op het aquatische ecosysteem omdat er nog maar weinig licht door het water kan doordringen en het zuurstofgehalte afneemt. Daardoor kunnen onderwaterplanten geen fotosynthese meer uitvoeren en sterven planten- en diersoorten uit. Daarnaast heeft het vervuilde water stroomafwaarts gevolgen voor het drinkwater voor mens en dier, landbouw, visserij, het toerisme en de recreatiesector.

​

In de onderstaande tabel staan een aantal van de meest schadelijke en toch voorkomende chemicaliën uit de kledingindustrie uitgelicht met hun invloed op het lichaam. Organische tinverbindingen, perfluorchemicaliën, chlorobenzenen en chloorhoudende oplosmiddelen zijn geen kleurstoffen maar afwerkingsmiddelen en oplosmiddelen. Daarom krijgen zij in deze longread geen verdere uitleg.

Schadelijke stoffen.png
_DSC0170.JPG

Synthetische kleurstoffen worden over het algemeen gemaakt van bijproducten van aardolie en aardmineralen. Azokleurstoffen vormen de grootste groep van synthetische aromatische kleurstoffen die in de textielindustrie worden gebruikt, 70% van van de jaarlijks geproduceerde kleurstoffen is azoverf. Hiermee kunnen we kleding in felle kleuren verven zoals felrood of geel. Omdat azoverf goed oplosbaar is in water kan je huid de stoffen ook goed absorberen waardoor je huid- en oogirritaties kunt krijgen.


Ze bestaan uit een of meer azogroepen (-N=N-) en sulfongroepen (SO3-) maar juist sommige varianten van die azoverbindingen vormen een gezondheidsprobleem. Ze kunnen het risico op kanker verhogen en zijn zo giftig dat de Europese Unie, China, Japan, India en Vietnam het gebruik en de invoer ervan hebben verboden. Daarnaast zijn ze niet-biologisch afbreekbaar. Fabrieken kiezen vaak voor azokleurstoffen omdat ze effectiever zijn bij lage temperaturen dan azovrije verf en dat betekent dat fabrieken er gemakkelijker mee kunnen werken. Ze bieden ook een breder kleurengamma, daarom is de kleding helderder en vervagen de kleuren niet snel in de was. 

​

In sommige kleurstoffen vinden we zware metalen terug zoals lood (Pb), chroom (Cr), cadmium (Cd), koper (Cu) en nikkel (Ni), deze metalen hebben ernstige gevolgen voor de mensen en dieren die in de buurt van verfhuizen wonen. Kleuren zoals blauw, groen en turquoise zijn moeilijk te creëren zonder het gebruik van koper. In het algemeen geldt de regel: hoe donkerder de kleur, hoe groter de hoeveelheid kleurstof die verloren gaat in het afvalwater. Deze metalen kunnen zich ophopen in het lichaam en diverse soorten van kanker, acute ziekten en huidproblemen veroorzaken. Een bijkomstig probleem is dat gewassen worden geïrrigeerd met het vervuilde water en er ook textielkleurstoffen zijn aangetroffen in groenten en fruit die in de buurt van fabrieken werden geteeld.

​

In de Europese Unie hebben we de REACH verordening die Europeanen beschermt tegen gevaarlijke chemicaliën. Hierin staat waar bedrijven en overheden zich aan moeten houden bij de productie van en handel in chemische stoffen. REACH staat voor: Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen en alle stoffen waarvan minimaal 1000 kilogram per jaar wordt geproduceerd of geïmporteerd moeten hier worden geregistreerd. Dit is een goed initiatief van de Europese Unie maar omdat kleding die we hier kopen meestal buiten Europa wordt geproduceerd, heeft onze kleding vaak toch een chemisch verleden. 

Verandering is mogelijk

Er zijn tegenwoordig heel wat alternatieven te vinden voor chemisch geverfde kleding. Zo is verven met planten terug van weggeweest en zijn er alternatieven op de markt om stoffen te verven met bijvoorbeeld CO2 of bacteriën.

​

Zulk soort verfmethodes zouden ook op grote schaal toegepast kunnen worden, al is het natuurlijk moeilijk om het vaste, snelle en goedkope productieproces van de vervuilende modeindustrie aan te passen. Mensen zijn gewend aan de constante kleuren die we tegenkomen in alle winkels, denk aan navyblauw, klassiek rood, bladgroen en Hollands oranje. Met plantaardige verfmethodes wordt het kleurenpalet niet per se minder breed maar felle kleuren maken is een stuk moeilijker en kleuren vervagen met de tijd. 

 

Natuurlijke verf is alleen effectief op natuurlijke textielvezels omdat elke type vezel een ander soort structuur heeft en daardoor beter of minder hecht aan bepaalde kleurstoffen. Je kunt daarom perfect een blauwe katoenen jeans verven met plantaardige indigo of een linnen blouse verven met verf van avocadopitten of uienschillen. Plantaardige verfstoffen hechten ook goed aan dierlijke vezels zoals zijde en wol. 

 

Natuurlijke verfstoffen werken dus niet bij synthetische stoffen zoals polyester en nylon. Daarvoor zijn andere innovaties ontwikkeld om te kunnen verven zonder kleurstoffen te laten ontsnappen naar de natuur. Zo kunnen vezels al in een vroeg stadium worden geverfd en het verfbad steeds worden hergebruikt of kan het pigment bijvoorbeeld direct aan de vezels worden gehecht zodat er geen verfresten overblijven. Ook zijn er technieken om kleding te sorteren op kleur en ze dan te recyclen, op die manier hoeven de vezels niet opnieuw te worden geverfd.

​

Meer over duurzame verftechnieken en nieuwe ontwikkelingen kun je lezen in de volgende interviews. Vier verhalen dompelen je onder in de wereld van duurzame kleding en hun verf.

,,Er is veel mogelijk omdat we kleding met de hand verven"

Lotje Terra geeft leiding over het BORO*ATELIER, ze zette het atelier zo'n vijf jaar geleden op samen met Celia Geraedts. 

 

Het BORO*ATELIER is een natuurlijke verffabriek in Amsterdam met de missie om de textielindustrie socialer en duurzamer te maken. Hier wordt geverfd met pigmenten op basis van planten en mineralen. Het is ook een sociaal productieatelier waar een opleidingstraject wordt aangeboden aan langdurig werkzoekenden en/ of statushouders om hen te begeleiden naar betaald werk.
 

Lotje zegt dat er over het algemeen weinig mensen nadenken over kleur. "Geld en gemak weerhouden modegiganten van natuurlijke kleurmethodes, meestal blijft het bij een gelimiteerde collectie waarin grotere merken een eenmalig statement maken. We zijn gewend aan te goedkope spullen en daarom zien we duurzamere opties als 'duur'. Daarnaast zijn natuurlijke kleuren niet mainstream, ze zijn voor veel mensen onbekend." En dat terwijl de natuurlijke kleurstoffen mooie voordelen te bieden hebben, zegt Lotje. "Ze zien er mooi uit en de kleuren kunnen zoveel leven hebben! Het is duurzaam want alles komt uit de natuur en als de stoffen terug in de natuur zouden terechtkomen kan dat geen kwaad."

​

Het BORO*ATELIER maakt meestal 100 tot 300 kledingstukken per project. "Maar verven met natuurlijke stoffen kan zeker op grotere schaal als daar vraag naar is. Die vraag is er nu nog niet omdat mensen het niet goed kennen en misschien bang zijn dat de kleuren vervagen." De kleuren uit het atelier zijn vrij wasvast omdat de stoffen goed worden voorbehandeld en de recepten voor kleurbaden worden geoptimaliseerd. "Uiteindelijk veroudert de kleur maar dat hoeft niet erg te zijn, de kleur blijft aanwezig alleen wordt die lichter, meer richting pastel al hangt dat af van wat voor kleurstof er is gebruikt. Kleding geverfd met het pigment indigo bijvoorbeeld, blijft lang dezelfde kleur hebben. 

​

Volgens Lotje zijn er veel variaties in kleuren en patronen mogelijk met natuurlijke verfstoffen. "Die vrijheid hebben we omdat we alles met de hand doen. We werken met tie-dye, dip-dye en zeefdrukken doen we met rijstpasta en natuurlijke inkt. We gebruiken indigo, oud ijzer van verroeste spijkers, als je daar een bad van maakt krijg je een lila achtig grijze kleur. Met meekrap maken we oranje, rode en roze tinten, met reseda frisse gele kleuren. Je kunt deze kleuren ook bad, na bad combineren voor een gemengde kleur. Hoe de kleur er precies uit komt te zien hangt af van de voorbehandeling, zuurtegraad en hoelang je de kleur in het verfbad laat intrekken in het kledingstuk."

Janne Roels
tintu_edited.jpg

,,Thuis kleding verven met planten''

Janne Roels behaalde haar master in collaborative and industrial design aan de Universiteit van Antwerpen met haar thesis 'TINTU'. 

 

TINTU is een kookapparaat waarmee je thuis kleurstoffen kunt maken voor inkt of kleding. "Met etensresten of planten kun je een concentraat maken om mee aan de slag te gaan, met dat concentraat kan je vervolgens een verfbad maken om kleding in te verven."

 

Janne wil mensen die graag ecologisch en creatief bezig zijn hiermee een makkelijk werkend product geven zodat ze met veel plezier aan de verf kunnen. "Er ging een wereld voor me open toen ik op Instagram veel mensen tegenkwam die recreatief bezig zijn met natuurlijke verf. Ik werd erdoor geïnspireerd omdat ik zag dat iedereen het verven op de 'ouderwetse manier' doet, met potten en pannen op het fornuis. Zelf heb ik het ook eens op die manier geprobeerd, ik maakte verf van avocadoschillen- en pitten. Dat was leuk, maar ik dacht: dat kan leuker met een leuker product."

​

Ze volgde online cursussen over inkt maken, het verven van kleding en maken van motieven met natuurlijke verfstoffen. "Zo leerde ik dat je natuurlijke verf alleen kunt gebruiken op natuurlijke textielsoorten zoals katoen en wol en dat elk specifieke materiaal een ander kleurresultaat zal geven. Wol neemt bijvoorbeeld meer kleurstof op dan zijde of katoen."

​

Janne ziet veel toekomst in natuurlijke verf voor de kledingindustrie. "Het is gezonder om te dragen op de huid en het is unieker. We zijn gewend aan constante kleuren maar als mensen openstaan voor het effect van natuurlijke verf, het natuurlijke veranderen en evolueren van de kleuren op hun kleding kan het groot worden. In principe breken natuurlijke verfstoffen langzaamaan af maar met de juiste kennis, toepassing en verzorging kunnen ze lang mooi blijven. Misschien kunnen we in de toekomst zelfs terug naar de winkel om onze kleren opnieuw te laten verven..."

Product render van Tintu ©Janne Roels

,,Pakken geverfd met fantadopjes''

Lieke en Fenna studeerden afgelopen zomer af van de opleiding 'Fashion and textile technologies' aan de Hogeschool Saxion. Ze begonnen samen het merk Neena. en de eerste collectie bestaat uit krachtige pakken in unieke kleuren, de collectie komt uit in de lente van 2022. 

​

Bij Neena. vind je uitsluitend kleding van natuurlijke en gerecyclede materialen, de kleding wordt op milieuvriendelijke en ethisch-verantwoorde wijze gemaakt. Fenna: “Tijdens de opleiding hebben we veel over duurzaamheid geleerd en zelf vinden we dat ook heel belangrijk. We vinden dat dit het nieuwe normaal moet zijn. We hebben met eigen ogen in het buitenland gezien hoe het er in de kledingindustrie aan toe gaat en daar willen we niet aan meewerken.”

 

Via hun opleiding kwamen ze in contact met de duurzame weverij ‘Enschede Textielstad’. Hier worden stoffen geweven met gerecyclede garen van ReBlend. ReBlend sorteert afgedankte kledingstukken op kleur en samenstelling en spint daar nieuw garen van. Op die manier is er geen nieuwe kleurstof nodig om het garen te kleuren en behouden de vezels hun oude kleur, al is het gele garen gekleurd met de dopjes van Fanta-flesjes. Neena. gebruikte deze stof voor de prototypes van de pakken. “We vonden het idee van deze verfmethode heel gaaf”, zegt Lieke. “Alleen was het materiaal niet geschikt voor onze pakken, we merkten aan de prototypes dat ze snel begonnen te pillen en dat de stof dik was terwijl we op zoek waren naar iets dat comfortabel is in zowel winter als zomer”, vertelt Fenna. Daarom hebben ze de Fanta-gele pakken moeten laten gaan. Ze houden de stof in hun achterhoofd voor volgende collecties.

 

Lieke zegt dat ze ook een andere materiaalsamenstelling konden kiezen met dezelfde verfmethode zodat het minder zou gaan pillen maar dat ze tijd tekort kwamen om dat verder te onderzoeken. “Daarom kiezen we het materiaal Tencel voor de eerste collectie, een stof gemaakt van houtpulp.” De twee ondernemers zijn enthousiast over Tencel. Fenna: ”Het is een stof die mooi valt en goed bij ons ontwerp past. Daarnaast worden chemicaliën van het produceren van de textielvezels hergebruikt en wordt er geen chloor gebruikt bij het maken van de Tencel-stof.”

 

Fenna en Lieke willen hun kleding volledig in Europa produceren. “Het liefst zo dichtbij mogelijk”, zegt Fenna. “De stoffen komen uit Denemarken en de pakken worden gemaakt in een Nederlands atelier.” Lieke legt uit: “We delen het proces op Instagram om mensen te laten zien hoe alles gemaakt wordt en ze meer inzicht te geven in het product dat ze kopen. Ik denk dat dat heel veel waard is.”

​

De prototypes van de pakken in geel en paars, gemaakt met stof van Reblend ©Neena.

IMG_5535.jpg
IMG_5413 2.jpg
IMG_5830.jpg

Het uiteindelijke Neena. pak in lichtgroen, gemaakt van Tencel ©Neena.

,,Met superkritische CO2 is je t-shirt geel in de zomer en blauw in de winter''

_DSC0128.JPG
Hanne schatteman verticale uitleg_edited.jpg

Hanne Schatteman is chemisch burgerlijk ingenieur en is bezig met het oprichten van haar eigen circulaire kledingmerk. Plan is om kleding te verven met behulp van superkritische CO2, dat is een fysische toestand tussen vloeibaar en gas in.

​

Hanne begon haar carrière bij een chemisch bedrijf maar wilde meer bezig zijn met duurzaamheid, daarom begint ze nu een circulair modemerk. “Het is tijd om meer technologie toe te passen in de modesector, het is frustrerend dat dit nog niet veel gebeurt.” Hoe de kleurmethode van Hanne precies werkt, zie je in het schema hiernaast. “In principe zou je je kleding op deze manier elk seizoen een andere kleur kunnen geven.”

​

Circulair wil zeggen dat elk onderdeel van de levensfase van een kledingstuk cyclisch is, zo blijven er geen grondstoffen onbenut, van het begin van de productie tot wanneer het kledingstuk zijn leven als t-shirt bijvoorbeeld achter de rug heeft. “Ik wil stedelijke hubs opzetten waar je kleding kunt kopen, laten repareren, herkleuren en uiteindelijk kunt inleveren zodat we ze kunnen recycleren.” Er komen met Hanne’s gekozen verfmethode geen giftige verfstoffen in de natuur terecht. “We vangen alle overtollige verfstoffen op, die kunnen we later opnieuw gebruiken.” 

​

Ze wil verantwoordelijkheid nemen voor het gehele leven van de kledingstukken van haar toekomstige merk. “Mijn concept is dat je een geel t-shirt uit juni bijvoorbeeld blauw kunt laten verven wanneer je erop bent uitgekeken. Of dat je een lange mouwen aan een korte mouwen shirt als het koud wordt. Zo belandt een t-shirt nooit op de vuilnisbelt en als iemand het toch niet meer wil hebben, zullen we het recycleren. Dat is gemakkelijk te doen omdat ik de kleding zal maken van 100% gerecycled polyester, dat materiaal is ook telkens opnieuw te recycleren.” 

​

Polyester (zowel ‘nieuw’ als gerecycled) is een synthetische stof die je niet met natuurlijke verf kunt kleuren omdat het die verf niet goed opneemt. Dit zou dus een onschadelijk alternatief kunnen zijn voor de manier waarop polyester nu geverfd wordt.  

​

Hanne zal geen kleding laten maken in Bangladesh. “Door de kleinschaligheid kunnen mensen met eigen ogen zien waar hun kleding vandaan komt en dat zorgt voor meer bewustwording.” Ze denkt dat nieuwe, kleinere bedrijven moeten tonen hoe de modeindustrie kan veranderen. “Grote merken hebben een geschiedenis achter de rug waarin ze hun logistieke positie hebben geoptimaliseerd, ze produceren op een enorm grote schaal en lage prijzen zijn voor hen een prioriteit, ik denk dat er bij beginnende merken meer motivatie is om het anders aan te pakken.” 

Wat nu?

In onze maatschappij is fast-fashion niet meer weg te denken. Fast fashion, oftewel ‘snelle mode’ is mode die meestal snel inspeelt op trends en op een zo hoog mogelijk tempo aan lage prijzen geproduceerd wordt zodat het ook snel in de winkels komt te hangen en verkocht kan worden. Eenmaal gekocht gaat de fast fashion meestal ook snel de kledingkast weer uit omdat de kleding vaak van lage kwaliteit is en de trends snel voorbij gaan. Dat betekent ook dat kleuren het ene moment in de mode zijn en binnen de kortste keren weer uit de het straatbeeld verdwijnen. De felgroene, roze en gele  Zara-broeken die in de lente van 2021 door veel modeliefhebbers besteld werden, zien we in de lente van 2022 hoogstwaarschijnlijk niet terug. 

 

Zonde van de chemicaliën die nodig zijn voor al deze kleuren en waarvan resten in natuurwaterstromen eindigen. Maar het kan anders. Door bewust te kiezen voor kleuren die goed bij je passen en die je lang mooi blijft vinden creëer je een kledingkast waar je lang mee kunt doen en dat is de meest duurzame optie, kleding dragen die je al hebt. Als er nu toch een kleurrijke trend voorbij komt waar je aan mee wil doen, kun je bijvoorbeeld eerst op zoek gaan in tweedehandswinkels, zo hoeven er geen nieuwe verfstoffen worden gebruikt voor je kleding en hoeven er niet meer rivieren te worden vervuild.  Wat voor je lichamelijke gezondheid in ieder geval belangrijk is, is om nieuw gekochte kleding eerst te wassen voordat je ze draagt om te voorkomen dat schadelijke verfstoffen in je huid trekken.

Tijdens het shoppen kun je op zoek gaan naar kleding die een GOTS of OEKO-TEX label dragen, dit zijn keurmerken die chemicaliën en verfstoffen meenemen in de controle en beoordeling van producten. Het Global Organic Textile Standard (GOTS) garandeert daarnaast ook dat de textielvezels van biologische oorsprong zijn en de werkomstandigheden waarin de kleding gemaakt is, oké zijn. OEKO-TEX garandeert enkel dat er geen schadelijke stoffen in het product te vinden zijn.

 

Ook kun je op zoek gaan naar ongeverfde kleding, zo heeft het Nederlandse merk MUD Jeans ongeverfde lichtblauwe spijkerbroeken en broeken die geverfd zijn met natuurlijke verfstoffen. Een andere tip is om kleding te kopen die lokaal in Europa of Noord-Amerika gemaakt wordt omdat ze hier strenge regels handhaven op het gebied van chemicaliën. 

 

Ten laatste is het nog altijd nuttig om de materialen van kleding te bekijken als je in de winkel staat. Er zijn met de technieken die nu worden gebruikt in de grote modeindustrie namelijk altijd meer chemische kleurstoffen nodig om synthetische vezels zoals polyester te verven dan om natuurlijke- of cellulosevezels te verven.

Check deze labels.png
bottom of page